Reglement Stedenbeker

De opzet van de Steden-Beker is dat leden die deelnemen aan deze Open Kegeldagen en op de eerste 8 plaatsen eindigen in hun klasse (1, 2, 3 of 4) bij zowel de dames als de heren punten verzamelen. Voor de stand is er maar één lijst waarbij de klasse geen rol meer speelt.Na afloop van ieder toernooi wordt de (tussen-)stand in deze bekercompetitie in alle kegelhuizen bekend gemaakt. De winnaars krijgen een prijs uitgereikt op jaarvergadering.
Iedereen speelt in zijn/haar klasse zoals die voor het betreffende jaar geldt. De competitie in iedere klasse is in feite voor iedereen gelijk, namelijk: het deelnemen, winnen en punten verzamelen.
Op deze manier wordt er in totaal om 6 prijzen gestreden: 3 prijzen bij de dames en 3 prijzen bij de heren. De prijzen zijn in de vorm van cadeaubonnen.

De puntentelling, aangenomen dat er in iedere klasse 8 deelnemers zijn, is als volgt:

  • 1e plaats: 10 punten,
  • 2e plaats: 8 punten,
  • 3e plaats: 6 punten,
  • 4e plaats: 5 punten,
  • 5e plaats: 4 punten,
  • 6e plaats: 3 punten,
  • 7e plaats: 2 punten,
  • 8e plaats: 1 punt.
Op deze wijze worden per toernooi door 32 dames en 32 heren punten verzameld. Bij een goede uitslag, maar als niet aan alle 4 wedstrijden wordt deelgenomen, kan men toch in de eindprijzen vallen.
Bij gelijke stand geldt in eerste instantie, dat degene die in alle 4 kegelhuizen heeft deelgenomen wint. Daarna geld het aantal 1e plaatsen (10pt)

De wedstrijdcommissies van de afdelingen moeten de uitslagen goed documenteren en beheren.
Ingeval van bijzondere problemen beslist het Bondsbestuur.
Voor het beheer van de tussenstanden van de Steden-Beker moeten de standen per wedstrijd aan de wedstrijdcoördinator, Jacob Knip, worden doorgegeven. Hij zal vervolgens voor verspreiding van de standen zorg dragen.

Opmerking: Voor de oorspronkelijke toernooien in de afdelingen verandert er niets; Er wordt alleen een wedstrijd-element aan toegevoegd.

Meld je aan en wordt lid